Lederster (Mycenastrum corium)

Lederster ( Mycenastrum corium )

Lederster ( Mycenastrum corium )
NMV-werkweek Zeeland, Vroongronden 13 okt 2001
Zie: NMV Ga 220010

Lederster is geen soort om tegen te komen in Natuurpark Spoorzicht, langs de Diem, in het Diemerpark op de Diemerzeedijk, in het Diemerbos, of op het PEN-eiland/Diemer Vijfhoek.
Lederster is heel erg zeldzaam in Nederland.

Eigenlijk is dat raar, want zo kieskeurig is de soort niet. Lederster houdt van rommelige, ruderale plekken, op stikstofrijk, kalkrijk zand, in een warm microklimaat, en je vindt de soort dus vooral op paardenweitjes, niet op hondenstront.

Dat soort plekjes hebben en hadden we wel in Diemen, zoals aan het eind van de spoorlaan (de plek waar gemeente Diemen een bomendepot heeft aangelegd, omdat het volgens de dorpsecoloog niet belangrijk was voor ringslangen), het strandje met haventje bij het PEN-eiland (al zijn het daar keutelende schapen), en de opgeknapte Diemerzeedijk (Diemerpark), maar dat stuk is dan weer niet vermest genoeg en teveel belopen.

Lederster (Mycenastrum corium) Lederster (Mycenastrum corium) Lederster (Mycenastrum corium)

Lederster (Mycenastrum corium), niet Moeders-Mooiste, NMV-werkweek Zeeland, Vroongronden 13 okt 2001


Taxonomie (stamboom):
Lederster is een soort uit het buikzwamgeslacht Mycenastrum van de familie Ledersterachtigen (Mycenastraceae), uit de Stuifzwamorde Lycoperdales.

Ledersterachtigen vormt een apart geslacht met een dikke, kurkige of leerachtige binnenwand, en een dunne buitenwand. Lederster is de enige buikzwamsoort uit dit geslacht in Europa.

 

Online zie je Lederster nogal eens afgebeeld bij aardsterren en bij scleroderma's. Bij aardsterren omdat de opengescheurde Lederster ook een stervorm heeft, en bij aardappelbovisten omdat die een buitenwand hebben die vaak zo taai als leer is. Lederster hoort bij geen van beide.

Aardster-zoekers hebben meer kans om een Lederster te vinden dan mensen die eetbare paddenstoelen zoeken.

Lederster zoekers NMV-werkweek Zeeland, Vroongronden, 13 okt 2001

Lederster zoekers NMV-werkweek Zeeland (oktober 2001): "vooral prikkeldraad en teken" in de Zeeuwse prairie

Beschrijving:
Lederster heeft een bolvorm (bol, peer of aardappel), met een diameter van 5-20 cm. De bol zit vast aan de grond met een stevige witte wortelstreng (tot 1 mm dik).

Buitenwand: dun, vlokkig en wit, en pelt af.
Binnenwand: 2-3 mm dik, kurkachtig tot leerachtig, meestal grijsbruin.
Gleba: olijf- tot roodbruin.
Rijpe sporen: donkerbruin.
Ontbreekt: subgleba, bolletje, pseudocolumella.
Seizoen: Zomer tot herfst.

 

Bronnen:
Gerhardt (2006), De grote Paddenstoelen Gids (voor onderweg), Tirion Natuur, p. 616.
Jalink (1995), De aardsterren an Nederland en België, Coolia 38 supplement, p.59-60.
Hansen, L & K. Knudsen (1997), Nordic Macromycetes, Kopenhagen, Vol 3, p. 341.
Vermeulen (1999), Paddestoelen, Schimmels en Slijmzwammen van Vlaanderen, Wielewaal, Turnhout, p. 541.

Foto rijpe Lederster met gleba, zie Gerhardt (2006, 616).

Voor microscopisten is Lederster spectaculair vanwege typerende hyfen en capillitium-weefsel.


Verwisselbaarheid:

  • Jong: Reuzenbovist (maar die heeft een zachte wand, blijft wit tot hij bruin wordt, en de wand pelt niet af).
  • Oud: Ruitjesbovist (die springt niet stervormig open in tenminste 4 slippen, maar verliest de top, waardoor een urnvorm op een steel overblijft).

Lederster (Mycenastrum corium)

Mycologen gaat het uiteindelijk om de inhoud: sporen, hyfen, vruchtdragend weefsel, daar gaan ze voor. Echt Kikken.
Aan een leeggestoven Lederster beleef je niet zoveel studiegenot in de lange avonduren op kamp.

Top